Bessy op het WWW : Geschiedenis

Geschiedenis


In 1952 raakte Willy Vandersteen geïnspireerd door de Lassie-films, die in die tijd zeer populair waren. Hij wilde een strip gaan maken die was gebaseerd op de moedige en trouwe filmhond. De filmproducenten gingen hiermee akkoord zolang hij zich hield aan de scenario's van de films. Die beperking was niet naar wens van Vandersteen. Hij wilde een langere reeks maken en had daarvoor niet genoeg aan de verhalen die al in de films waren gebruikt. Bessy Om zijn ideeën toch te kunnen verwezenlijken koos Vandersteen er toen voor om een andere Schotse herder te gebruiken. In plaats van Lassie verscheen Bessy op het toneel.

Als locatie voor de nieuwe strip koos Vandersteen voor het Wilde Westen van Amerika in de tijd dat daar door pioniers de eerste nederzettingen werden gebouwd. De vrije natuur vormde het decor en dit bood veel gelegenheid om volop aandacht te besteden aan de flora en fauna van het gebied waarin de verhalen zich afspeelden.
Nadat hij het besluit had genomen om de strip te maken ging hij aan de slag om een eerste opzet te maken.
Met deze tekeningen stapte Vandersteen naar zijn uitgever, Standaard, maar deze had niet direct belangstelling voor weer een nieuwe reeks. In die tijd liepen ook Suske en Wiske en De Familie Snoek in bladen van de Standaard Groep.
Omdat hij bij de Standaard bot had gevangen werd de strip vervolgens aangeboden bij de Franstalige katholieke krant La Libre Belgique. Hier had men wel interesse en zodoende verschenen op 24 december 1952 de eerste stroken van Les aventures de Bessy in de krant.
Vanaf die datum verschenen er elke dag twee stroken met de avonturen van Bessy en zijn baasje, Andy Cayoon, in La Libre Belgique.

De strip sloeg goed aan bij de franstalige lezers en daardoor werd alsnog de interesse van de Standaard gewekt. Een jaar nadat de strip in de Franstalige krant van start was gegaan, op 17 december 1953, verscheen de eerste aflevering in het Nederlands in het weekblad Ons Volk.
Opmerkelijk is dat zowel de Franse als de Nederlandse versie het zonder titel van het verhaal moeten doen. In beide gevallen werd bij de publicatie alleen de reekstitel gebruikt.
Het publicatieschema van Ons Volk lag met 1 pagina (4 stroken) per week een stuk lager dan dat van La Libre Belgique. Hierdoor konden niet alle verhalen die in het Frans verschenen worden geplaatst. Alleen de beste verhalen werden in het Nederlands vertaald.

Les pionniers Na het succes van de publicatie in de krant konden albumuitgaven niet uitblijven. Niet lang nadat het verhaal in de krant was afgelopen verscheen het eerste album in de Franstalige Bessy-reeks. Hierbij kreeg dit debuutverhaal voor het eerst ook een titel: Les pionniers.
De Nederlandstalige uitgaven lieten niet lang op zich wachten, in 1954 werden de eerste drie albums uitgegeven. Opmerkelijk is dat hierbij niet werd begonnen met De pioniers, dat verhaal verscheen pas als nummer vier in de reeks. De reden om de albumreeks niet te beginnen met het eerste verhaal lag bij de voorpublicatie in Ons Volk. Het avontuur liep nog in dat blad toen de eerste albums verschenen.

Bij de boekuitgaven van Bessy deed zich een unicum voor in de carrière van Vandersteen. Zijn naam werd bij deze reeks niet voluit vermeld, zoals bij alle andere reeksen van zijn hand wel het geval was. Een groot deel van het werk aan deze strip werd verricht door zijn medewerker Karel Verschuere. De invloed van Verschuere op de reeks was zo groot dat, voor de eerste en enige keer in de cariere van Vandersteen gebruik wordt gemaakt van een pseudoniem waarin ook de naam van zijn medewerker naar voren komt. De auteursvermelding in de albums luidt: WiRel (een samentrekking van Willy en Karel.)
Karel Verschuere kwam in 1951 als assistent in dienst van Willy Vandersteen. Hij werkte mee aan diverse strips waarbij zijn talent vooral tot uiting kwam in het meer realistische genre.
Vanaf het begin was hij nauw betrokken bij het Bessy. Voor de eerste verhalen leverde Vandersteen het scenario en de schetsen die door Verschuere werden geïnkt. Als snel beperkte Vandersteen zich echter tot het bedenken van een korte synopsis en het aangeven van de opzet voor een getekende pagina die verder geheel werd uitgewerkt door Verschuere. Toen dit goed ging werkte Verschuere steeds zelfstandiger aan de reeks en kreeg hij steeds meer ruimte voor eigen initiatief. Wel werden zijn ideeën nog steeds besproken met Vandersteen.
In 1967 verliet Karel Verschuere Studio Vandersteen. Dit betekende echter niet het definitieve einde van zijn bijdragen aan Bessy. Twee jaar later werd nog eens een beroep op hem gedaan om enkele verhalen te leveren. Op freelance-basis maakte hij, in eigen tempo, nog vier albums, waaronder Het wagengeweer en De ongenode gast.

Pony, no. 1 In de loop van de jaren '50 werden de avonturen van Bessy ook in Duitsland bekend. De strip verscheen eerst in het tijdschrift Pony van Bastei Verlag. Later werd de publicatie overgenomen door het blad Felix, van dezelfde uitgeverij.
De populariteit van de westernstrip was zo groot dat Bastei in 1965 besloot om een aparte Bessy-reeks te gaan uitgeven waarin elke maand een volledig verhaal zou verschijnen.
Aanvankelijk werden voor deze nieuwe reeks oude Bessy-verhalen gebruikt die nog niet in het Duits waren verschenen. Ook werden enkele verhalen uit de Karl May-serie hertekend en als Bessy-avontuur uitgebracht. De hoofdfiguren Winnetou en Old Shatterhand werden hierbij veranderd in Edelhert en Andy.

De vraag naar verhalen voor de Duitse markt werd nog groter toen Bastei in 1966 besloot om voortaan twee strips per maand uit te brengen. Om deze productie het hoofd te kunnen bieden was een aparte tekenploeg nodig. Vandersteen en zijn assistent Edward de Rop gingen daarom op zoek naar talentvolle tekenaars voor het maken van Bessy-avonturen.
In het voorjaar van 1967 nam de Bessy-Studio zijn intrek in een pand aan de Gretrystraat in Antwerpen. De studio, in het begin onder leiding van Karel Verschuere, produceerde zowel avonturen voor de Belgische kranten als voor de Bastei-uitgaven. De enorme tijdsdruk waaronder de verhalen voor de Duitse markt moesten worden gemaakt had duidelijk invloed op de kwaliteit die minder was dan bij de verhalen voor de Belgische media.

Silberpfeil Een man die een groot aandeel heeft gehad in de Bessy-reeks is Frank Sels. Deze tekenaar kwam in 1963 bij Vandersteen in dienst, waar hij aanvankelijk vooral werkte aan De Rode Ridder en Karl May.
Na enige jaren aan Bessy te hebben meegewerkt begon Sels, samen met Studio-collega Edgar Gastmans, met een eigen westernstrip: Zilverpijl. Deze strip beleefde zijn debuut in het tijdschrift Ohee en werd ook aangeboden aan Bastei. Die uitgeverij zag er wel brood in en publiceerde de verhalen in Felix. Vanaf 1970 kreeg "Silberpfeil" zelfs, net als Bessy, een eigen reeks.
Vandersteen was niet te spreken over de concurrentie van zijn eigen medewerkers. Toch bleven de twee ook Bessy-verhalen afleveren. Tot eind 1968 maakten ze zelfs elke week een verhaal, dat direct naar Duitsland werd gestuurd.

Vanaf 1968 werden de beste verhalen uit de Duitse reeks ook gebruikt voor de Belgische albumuitgaven. De covers, getekend door de Duitser Klaus Dill, werden hierbij ook overgenomen van de Bastei-uitgaven.
Doordat nu ook voor de thuismarkt gebruik werd gemaakt van verhalen uit de massaproductie voor Duitsland ging de kwaliteit van de Nederlandse editie van de strip achteruit.

In 1969 werd een nieuwe Bessy-Studio samengesteld onder leiding van Jeff Broeckx. Bekende mensen die voor deze studio hebben gewerkt zijn Patrick Van Lierde, Ronald Van Riet (later samen verantwoordelijk voor Robert en Bertrand) en Eugeen Goossens.
Na jarenlang vaak 4 verhalen per maand gemaakt te hebben kwam er in 1985 een eind aan de Bessy-Studio toen de Duitse reeks ophield te bestaan.

Na het stoppen van de Duitse reeks werd besloten om het roer drastisch om te gooien. Jeff Broeckx begon met een nieuwe reeks waarin welliswaar nog steeds Bessy en zijn baasje Andy de hoofdrol hadden maar die verder weinig gemeen had met de originele westernavonturen.
Onder de titel Bessy Natuurkommando werd de serie in een nieuw jasje gestoken. De natuur, waar in de verhalen altijd al ruim aandacht aan was besteed, kreeg een prominente rol. Als natuurbeschermers trekken Andy en Bessy, vergezeld door hun nieuwe vriendin Aneka, de wereld over om misstanden aan de kaak te stellen.

Als na 23 avonturen ook de nieuwe reeks wordt gestaakt beleeft Bessy nog een keer een wederopstanding. Jeff Broeckx hertekende de 8 eerste verhalen van de oorspronkelijke serie. Er verschenen 8 delen van deze herwerkte strips, met scenario's van Marck Meul,
Na het laatste deel, dat in 1997 uitkwam, zijn verder geen nieuwe avonturen van Bessy meer gemaakt.




Suske en Wiske op het WWW